dinsdag 15 februari 2011

‘Wijkbewoners machteloos tegen overheid’

Krimp wordt vaak gezien als een negatieve ontwikkeling. Maar het biedt ook legio kansen. Mark Renne greep zijn kans en werd krimpcoach. Nu probeert hij ook anderen de mogelijkheden van krimp te laten zien.

Adviesrol
De term krimpcoach heeft hij eigenlijk een beetje ‘gejat’. “Enkele jaren geleden werd het Groningse dorp Ganzedijk geconfronteerd met het fenomeen krimp. Ganzedijk stond op de nominatie om gesloopt te worden. Er was te veel leegstand en daardoor verpaupering. Het dorp is uiteindelijk blijven bestaan omdat de bewoners fel verzet hebben geleverd tegen de voorgenomen sloop. Om beter partij te bieden aan de andere gesprekspartners zoals gemeente en woningbouwvereniging namen ze een adviseur in de hand. Dat was eigenlijk de eerste krimpcoach.” Renne volgde de ontwikkelingen in Ganzedijk op de voet. “Ik verwacht dat er steeds meer besluiten die met krimp te maken hebben in de wijk terecht komen. In zo’n wijk wordt dan bijvoorbeeld het besluit neergelegd dat hele straten of buurten tegen de vlakte moeten om leegstand te voorkomen. Een wijkplatform of bewonersorganisatie, mits überhaupt aanwezig, wordt door de overheid of woningcorporaties om de oren geslagen met moeilijk leesbare teksten en nog onbegrijpelijkere besluiten. Zonder bijstand hebben ze helemaal niets in de melk te brokkelen. Als zo’n organisatie een adviseur, oftewel krimpcoach, in de hand neemt staat ze een stuk sterker. Die rol wil ik graag vervullen.”

Renne kent het klappen van de zweep van corporaties en overheden. Hij werkt sinds 1994 bij woningstichting Land van Rode in Kerkrade, een van de meest vergrijzende steden in Nederland waar ook als eerste het fenomeen krimp werd waargenomen. De woningcorporatie was snel met het afstemmen van het vastgoedbeleid op de slinkende markt. Naast zijn werk bij Land van Rode, dat hij sinds de oprichting van zijn eigen bureau Krimpcoach & Streekpower parttime vervult, is Renne ook actief als bewonersadviseur van de Nederlandse Woonbond (voor huurdersbelangen) en is hij aanwezig bij allerlei netwerkbijeenkomsten die met krimp in Zuid-Limburg te maken hebben.

Niet voor wijkbewoners
“Op dit moment is krimp vooral een strategische discussie aan vergadertafels. Er worden beleidsafspraken gemaakt en er wordt een tactiek bepaald voordat er actie wordt ondernomen. Die actie blijft vaak achterwege. Er wordt wel her en der gesloopt, maar er is een soort aarzeling. Dat is ook wel begrijpelijk, want het zijn onomkeerbare keuzes die gemaakt worden. Ik bedoel, er is altijd wel gesloopt, maar niet in de mate waarin dat nu moet gebeuren. Als er werd gesloopt, was dat omdat een gebouw aan vervanging toe was door bijvoorbeeld ouderdom. Nu verdwijnt een heel huizenblok, maar komt er niets meer voor terug. Terwijl het nog allerminst duidelijk is wat er door krimp gebeurt. Ook in wijken. De buurt of wijk als organisatie heeft maar weinig mogelijkheden om zelf iets te zeggen. Er is begrip voor de situatie, mensen snappen wel dat er iets moet gebeuren om de gevolgen van krimp te beperken, maar zien vaak ook kansen die door de beleidsbepalers niet worden gezien. Dat gebeurde ook in Ganzedijk. Voor een krimpcoach is het de taak de bewoners zo goed mogelijk te begeleiden in hun aanpak. Aan de andere kant zijn zulke omvangrijke ingrepen voor gemeentes en corporaties niet haalbaar zonder samenwerking met de wijkbewoners.” 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten