zondag 20 februari 2011

In het rapport dat de Adviescommisie Deetman opstelde naar aanleiding van de bevolkingskrimp in (Zuid-) Limburg staat dat minder moet worden ingezet op internationale samenwerking. Tegelijkertijd staan in het rapport twee kaarten waarop de economische bedrijvigheid in Nederland wordt weergegeven. Zonder het buitenland (lees:Duitsland en BelgiĆ«) erbij te betrekken zijn in Zuid-Limburg relatief weinig banen voorhanden binnen een reistijd van drie kwartier. Vergeleken met de Randstad zijn dat er 600.000 tegen 2,3 miljoen.

Worden BelgiĆ« en Duitsland wel meegerekend, dan doet de regio (euregio) niet onder voor de Randstad (kaart 2). Oke, de komende jaren daalt de beroepsbevolking in Zuid-Limburg in aantal. Dat komt, behalve door de vergrijzende bevolking, ook doordat er veel mensen wegtrekken naar het westen van het land en weinig mensen van buitenaf naar de regio willen verhuizen. Dat er veel mensen wegtrekken en er weinig terugkomen heeft ook te maken met de economische aantrekkelijkheid van het gebied, die nu een onvoldoende krijgt. Deetman slaat met zijn commissie volledig de plank mis op dit gebied. Het rapport, dat niet bindend, maar ook niet vrijblijvend is genoemd, zou juist moeten adviseren dat (toekomstige) ouders er eens over moeten nadenken om hun kinderen tweetalig onderwijs aan te bieden, te beginnen op de basisschool. Sprak pakweg dertig jaar geleden vrijwel iedereen in Zuid-Limburg een aardig woordje Duits, intussen is 'aardig' veranderd in 'steenkolen'. Jongeren, maar ook dertigers en veertigers uit Zuid-Limburg hebben tegenwoordig de grootste moeite met zich verstaanbaar te maken in een taal, die toch aardig op de onze lijkt. Misschien dat het daarom nog wel meevalt met het begrijpen van de Sprache van onze oosterburen. Terwijl voor de inwoners van Zuid-Limburg juist daar veel kansen liggen. Niet alleen op het gebied van werkgelegenheid, mar ook op het gebied van scholing. Architect Mark Maurer pakte dat mooi samen in zijn 'Eutropolis'. Eutropolis is geen stad, maar een regio die loopt van Hasselt via Luik naar Aken. Met daar tussen Maastricht, Sittard-Geleen en Parkstad Limburg. Een netwerkstad, waar talloze studenten hun opleiding naar keuze volgen op een van de vele onderwijsinstellingen die op, ruim genomen, 45 minuten afstand van elkaar opereren. In deze 'stad' zijn de Belgische deelnemers Hasselt en Luik en Aken in Duitsland de economische aantrekkingskrachten. De Zuid-Limburgse gemeenten hangen er nu nog maar wat bij. Maar wat zou dat kunnen veranderen als kinderen plotseling weer fatsoenlijk Duits konden spreken en dicht bij huis een prima opleiding konden volgen. Dan gaat er letterlijk een wereld open voor de toekomstige bevolking van Zuid-Limburg, die dan ook niet meer voor een zekere toekomst naar de Randstad hoeft te verhuizen, maar zijn kennis wil delen met het gebied waar hij vandaan komt. Gelukkig staan basisscholen open tegenover het geven van tweetalig onderwijs, helaas wordt het niet meer gestimuleerd door onze huidige regering, die liever bezuinigt op de ontwikkeling van onze toekomst. Had Deetman deze conclusies meegenomen in zijn rapport, dan was er vast een nieuw advies achteraan geschreven, aan de leiders van het land om eens goed na te denken over de potentie van dat stukje land, dat voor heel Nederland de poort is naar het Europese achterland.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten