vrijdag 18 februari 2011

Omarm de krimp

Niet concurreren, maar samenwerken met buurgemeenten. Begeleiden, niet bestrijden van de krimp. Dat zijn de belangrijkste aanbevelingen uit het rapport van Femke Verwest en Frank van Dam van het Planbureau voor de Leefomgeving over hoe krimpregio’s het beste kunnen handelen in tijden van afname in plaats van groei.

In het rapport gaan de onderzoekers in op de gevolgen van demografische krimp op de lokale woningmarkt en de regionale economie. Volgens de onderzoekers zijn gemeenten, maar ook de rijks- en de provinciale overheid nog teveel gericht op groei. “Veel gemeenten proberen krimp te keren door inwoners aan te trekken uit bijvoorbeeld buurgemeenten. Maar daarmee verleg je alleen het probleem. Dat versterkt de onderlinge concurrentie alleen maar, terwijl nu juist moet worden samengewerkt.” Verwest doelt op gemeenten die nu nog niet te maken hebben met krimp, maar dat over vijftien tot vijfentwintig jaar pas krijgen. Grofweg is dat heel Nederland, behalve de Randstad. Daar groeit de bevolking nog fors tot het jaar 2040. Daarna moet de stadsregio er ook aan geloven. Overigens hebben kleine dorpen net buiten de Randstad nu al te maken met bevolkingsafname.

In Zuid-Limburg is de krimp al aan het begin van dit millennium ingezet. De regio is samen met Zeeland en Oost-Groningen voorbeeldregio voor de rest van het land en heeft inmiddels veel plannen om krimp zo aangenaam mogelijk te maken. Begeleiden, dus. De stadsregio Parkstad Limburg (acht gemeentes waaronder Heerlen, Kerkrade, Nuth, Voerendaal en Landgraaf) ziet de bevolking de komende dertig jaar afnemen van ruim 250 duizend naar 190 duizend inwoners. Dat betekent leegstand in woningen”, zegt Riet de Wit (wethouder Heerlen). “Vooral huurwoningen en koopwoningen in het goedkopere segment komen leeg te staan. Maar ook scholen sluiten, verenigingen houden ermee op, de kapper in de buurt verdwijnt. Het brengt veel onzekerheid met zich mee. Mensen vragen zich af of ze hun huis nog verkocht krijgen. Hoe ga je daarmee om? Volgens mij is het een kwestie van bewustwording. Daar moet je de mensen bij betrekken. Twee jaar geleden verloor Kerkrade de bovenbouw van de middelbare school. Dat was een moeilijk proces. De school had een sterke regionale uitstraling, maar trok simpelweg niet meer genoeg leerlingen. Dat voelt als een verlies voor de hele samenleving.” De Wit pleit voor een nieuwe manier van denken. “Wij denken in Nederland nog vooral in groei. Groei levert geld op. Dat geldt ook voor woningcorporaties. Als een wijk wordt vernieuwd en er is sprake van geldgebrek, dan worden meer woningen en commerciĆ«le ruimtes gebouwd om dat verlies te compenseren. Dat werkt in Parkstad niet meer. Wij moeten hier anders mee omgaan. Meer slopen dan nieuw bouwen. En vooral samenwerken met andere gemeentes. De gemeentes in Parkstad Limburg hebben met elkaar afspraken gemaakt over hoeveel elke gemeente moet slopen en mag bouwen. Hetzelfde geldt voor detailhandel. Maar ook voor de samenwerking met, i ons geval Aken. Die stad groeit en kan die ontwikkeling over een aantal jaren niet meer bijhouden. Wellicht is er voor ons een rol weggelegd in het aanbieden van de nodige woonruimte.”

“Dit is een voorbeeld van krimp begeleiden”, zegt Verwest. “Meer richten op slopen en het verkleinen van de woningvoorraad. Investeren in behoud van voorzieningen die al aanwezig zijn en niet te zeer op het binnenhalen van iets nieuws. Dat sluit beter aan op de behoeften in de toekomst. Minder mensen, minder vraag naar woningen. Belangrijk is wel om je beleid te communiceren naar de burgers. Zij moeten weten dat dit de juiste manier is. Dat neemt veel angst weg.”

Volgens het onderzoek moeten de provinciale en de rijksoverheid vooral een controlerende rol spelen bij het begeleiden van krimp. Vooral bij het maken van plannen voor wonen, retail en industrie. Nu zou de aandacht nog te eenzijdig zijn gericht op het stimuleren en mogelijk maken van groei.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten